landschapsboer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landschapsboer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • land·schaps·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landschapsboer landschapsboeren
verkleinwoord landschapsboertje landschapsboertjes

Zelfstandig naamwoord

delandschapsboerm

  1. (beroep) natuurboer

Gangbaarheid

  • Het woord 'landschapsboer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.