lastarm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lastarm    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɑstɑrṃ/
Woordafbreking
  • last·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lastarm lastarmen
verkleinwoord lastarmpje lastarmpjes

Zelfstandig naamwoord

delastarmm

  1. een hefboom van b.v. een bouwkraan
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord lastarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.