law

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  law (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɔ/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
law laws

Zelfstandig naamwoord

law

  1. (juridisch) rechtsregel, wet [1]
  2. (wetenschap) wetmatigheid
  3. gedragscode
vervoeging
onbepaalde wijs to  law 
he/she/it  laws 
verleden tijd  lawed 
voltooid
deelwoord
 lawed 
onvoltooid
deelwoord
 lawing 
gebiedende wijs  law 

Werkwoord

law

  1. onovergankelijk, (juridisch) een juridisch proces beginnen

Verwijzingen

  1. law, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.