leghorn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leghorn    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leg·horn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoendervogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1905 [1]
  • van het Engelse Leghorn, eigenlijk de naam van de Italiaanse havenstad Livorno, dat in de 16e en 17e eeuw Legorno heette [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord leghorn leghorns
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deleghornm

  1. (landbouw) oorspronkelijk Italiaans kippenras van witte kippen die uitstekend leggen

Gangbaarheid

  • Het woord leghorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.