lemmeraak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lemmeraak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɛmerˌak/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lem·mer·aak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lemmeraak lemmeraken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delemmeraakv/m

  1. (scheepvaart) groot zeilschip voor de binnenvaart van een type dat in de tweede helft van de 19e eeuw ontstond uit visaak
    • De Groene Draeck is een stoere lemmeraak van bescheiden formaat. Zeker geen nuffig schip met overdadig interieur. Een zeilschip waarmee de familie regelmatig onze haven in Muiden verlaat, altijd met een enthousiaste prinses aan het stuurwiel. [2]
Synoniemen
  • lemsteraak

Gangbaarheid

  • Het woord 'lemmeraak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.