levensvatbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levensvatbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·vens·vat·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen levensvatbaarlevensvatbaarderlevensvatbaarst
verbogen levensvatbarelevensvatbaarderelevensvatbaarste
partitief levensvatbaarslevensvatbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

levensvatbaar

  1. de mogelijkheid hebbende om te kunnen gaan leven, functioneren of te blijven bestaan
    • Dat is geen levensvatbare onderneming. 
     Het was al bekend dat ondernemers vijf jaar de tijd krijgen om de belastingschuld terug te betalen die tijdens corona is opgebouwd. Die betalingsregeling staat vanaf 1 oktober volgend jaar open. De Belastingdienst wil "voorkomen dat levensvatbare bedrijven in de problemen komen" en versoepelt daarom de betalingsregeling.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord levensvatbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Belastingdienst versoepelt aflossing belastingschuld ondernemers” (WO 29 SEPTEMBER 2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.