lias
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lias (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlijɑs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- li·as
Woordherkomst en -opbouw
- [A] via Middelnederlands liasse van Frans liasse en middeleeuws Latijn liacium [1] [2]
- [B] via Engels Lias van Frans liais bepaald soort harde kalksteen [3] [4]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lias | liassen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[A] de lias v / m
- pak documenten die met een touwtje aan elkaar zijn geregen
Afgeleide begrippen
- liasseren ww
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lias | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] het lias o
- (geologie) het onderste (oudste) tijdvak van het jura
- Het lias duurde van ongeveer 199,6 tot 175,6 Ma geleden.
Schrijfwijzen
Synoniemen
- benedenjura
Gangbaarheid
- Het woord lias staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lias" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lias (snoer) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lias (geologische periode) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.