lofspraak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lofspraak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lof·spraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lofspraak lofspraken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delofspraakv/m [1]

  1. het uiten van lof, dankbaarheid en respect
     Ik was verrukt, want zulke woorden uit de mond van een jonge en kritische dochter waren werkelijk een lofspraak.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord lofspraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.