lolmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lolmaker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɔlmakər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lol·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lolmaker lolmakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delolmakerm

  1. (persoon) iemand die veel plezier maakt
     Overal bij - als er pret viel te maken - ondanks zijn jonge leeftijd een eerste liefhebber van wijntje en Trijntje. Of hij dat van zijn vaar had? Een prachtstuk van een lolmaker, dat was hij gewis.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'lolmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    C.J. Kelk
    “Jan Steen.” (1932), De Spieghel, Amsterdam / Het Kompas, Mechelen, p. 97
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.