longweefsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: longweefsel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɔŋwefsəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- long·weef·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van long zn en weefsel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | longweefsel | longweefsels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het longweefsel o
- (anatomie) benaming voor een stukje van het sponsachtige geheel van cellen waardoor in de ademhalingsorganen bloedvaten zuurstof kunnen opnemen en koolzuur kunnen uitscheiden
- ▸ Hij heeft onlangs een bioptie ondergaan, waarbij een klein beetje longweefsel is weggehaald.[2]
Hyperoniemen
- dekweefsel, epitheel
Gangbaarheid
- Het woord longweefsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Rinskje Koelewijn“Warner Prevoo is dokter én patiënt: ‘Wij artsen zijn narcisten’” (13 december 2018) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.