looier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  looier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • looi·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van looien met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord looier looiers
verkleinwoord looiertje looiertjes

Zelfstandig naamwoord

delooierm

  1. (beroep) een persoon die van de huid van dieren leer maakt
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • looiersboom, looierskalk, looierskuil, looierskuip, looiersmes, looiersschors, looiersstang, looiersstruik, looierswol
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord looier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.