lopend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lopend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlopənt/
Woordafbreking
  • lo·pend
stellend
onverbogen lopend
verbogen lopende
partitief lopends

Bijvoeglijk naamwoord

lopend [1]

  1. te voet gaand, wandelend
     Een dag later, lopend door een brede kloof, zag ik een rookpluim in de verte omhoog kringelen.[2]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: lopen
verbogen vorm: lopende

lopend

  1. onvoltooid deelwoord van lopen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord lopend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.