losser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  losser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • los·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lossen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord losser lossers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delosserm

  1. (beroep) iemand die lost
  2. (techniek) apparaat waarmee men kan lossen
Hyponiemen
  • onderlosser, steenlosser, wagenlosser, zelflosser, zijlosser

Bijvoeglijk naamwoord

losser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van los

Gangbaarheid

  • Het woord losser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.