lotgenoot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lotgenoot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lot·ge·noot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lotgenoot lotgenoten
verkleinwoord lotgenootje lotgenootjes

Zelfstandig naamwoord

delotgenootm

  1. mensen die dezelfde levensomstandigheden hebben.
    • patiëntenverenigingen zijn vaak ook verenigingen waar lotgenoten elkaar kunnen ontmoeten. 

Gangbaarheid

  • Het woord lotgenoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.