luchtigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luchtigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • luch·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtigheid luchtigheden
verkleinwoord luchtigheidje luchtigheidjes

Zelfstandig naamwoord

deluchtigheidv

  1. zorgeloosheid, vrolijkheid, onbezorgdheid
     ‘Ach, leer mij Heleen kennen. Het zal ongetwijfeld over iets lulligs gaan. ’ De luchtigheid in haar stem was geforceerd.[2]
  2. het doortrokken zijn met veel lucht

Gangbaarheid

  • Het woord luchtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.