onbezorgdheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbezorgdheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·be·zorgd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbezorgdheid onbezorgdheden
verkleinwoord onbezorgdheidje onbezorgdheidjes

Zelfstandig naamwoord

deonbezorgdheidv

  1. (psychologie) onbekommering wegens iets dat al of niet zal of kan gebeuren
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onbezorgdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.