luiaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luiaard    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlœyjart/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lui·aard
Woordherkomst en -opbouw
  • van Middelnederlands leyaert / loyaert, op te vatten als afgeleid van  lui bn  met het achtervoegsel -aard [1][2]
    • [2] in de betekenis van ‘tandarm zoogdier’ voor het eerst aangetroffen in 1768 [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord luiaard luiaards
verkleinwoord luiaardje luiaardjes

Zelfstandig naamwoord

deluiaardm

  1. werkschuw persoon
    • Immigranten worden door hem afgeschilderd als dronkenlappen en luiaards. 
  2. (dierkunde) benaming voor zoogdieren uit de onderorde Folivora 
    1. bepaald Zuid-Amerikaans zoogdier, Bradypus variegatus 
Hyponiemen
Hyponiemen
  • [2] zie de categorie: Luiaards in het Nederlands
  • [2] zonluiaard
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luiaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.