luiheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luiheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlœʏhɛit/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lui·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van lui met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord luiheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deluiheidv

  1. het ontbreken van de wil iets te doen
    • Als hij niks doet aan zijn luiheid wordt het nooit wat met hem. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luiheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.