luxekip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luxekip    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlyksəˌkɪp/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • luxe·kip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luxekip luxekippen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deluxekipv

  1. hoen dat niet voor vlees of eieren, maar vanwege de fraaie vorm wordt gehouden
    • Maar Hennepen veranderde niet van houding. Ik praat niet tegen jelui, ordinaire mest-kippen. Eieren leggen kunnen jelui. En ais jelui oud worden, kookt men soep van jelui. Maar ik ben 'n luxekip. Men houdt mij om de sierlijkheid van mijn vormen, de kleurenpracht van mijn veéren en de liefelijkheid van mijn geluid. [1]
  2. (figuurlijk) (schertsend) persoon die erg op gemak of weelde is gesteld
    • Ok, ik ga het toegeven...ondanks de rugzak en de stoere praat: ik ben en blijf een luxekip! [2]
  3. (voeding) aanduiding voor hoenders en hun vlees als dat aantrekkelijke eigenschappen heeft die de prijs hoger maken
    • De versie haute cuisine voorziet een luxekip, in drie gangen. Eerst de billen, dan het wit, en om af te ronden het staartstuk in een truffelsaus. [3]

Gangbaarheid

  • Het woord 'luxekip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.