maagd

Niet te verwarren met: Maagd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maagd    (hulp, bestand)
  • IPA: /maxt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • maagd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ongerepte jonge vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord maagd maagden
verkleinwoord maagdje maagdjes

Zelfstandig naamwoord

demaagdv

  1. iemand die nog nooit geslachtsgemeenschap gehad heeft
    • Vele gelovigen besluiten maagd te blijven tot het huwelijk. 
  2. vrouwelijke bediende
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord maagd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.