maagkwaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maagkwaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- maag·kwaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maag zn en kwaal zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maagkwaal | maagkwalen |
verkleinwoord | maagkwaaltje | maagkwaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
de maagkwaal v / m
- (medisch) een ziekte van de maag
- Dat fascineerde Aristoteles, de filosoof die hier zijn laatste levensjaren doorbracht. Hij is zwemmend in het kolkende water verdronken, klinkt het. Andere overleveringen wijten zijn dood aan een prozaïscher oorzaak, een maagkwaal.[2]
- De rijst levert tegenwoordig niks meer op, alles is duur geworden, en ook de dichtstbijzijnde ‘posyandu’ is nu ver weg, minstens 5 kilometer. En voor een dokter moet je naar de stad. Dat kost minstens 15.000 rupiah, enkele reis: een dagloon in goede tijden. Dus leren zij leven met hun chronische maagkwaal, en trotseert Teewi een pijnlijke longaandoening.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord maagkwaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant BART DIRKS 21 april 2012
- ↑ Volkskrant Michel Maas 6 juli 2009
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.