mac

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

mac m / v

  1. (spreektaal) pooier
    «La baraque devant la porte du bar, c'était un mac
    De kleerkast voor de deur van de bar, dat was een pooier. [1]
  2. (spreektaal) hoerenmadam [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.