magpie

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈmæg.paɪ̯/
Woordherkomst en -opbouw
  • Een samenstelling van Mag (een afkorting van Margaret, waarmee men een kletskous aanduidde) en pie (een verouderd woord voor "ekster", ontleend aan het Oudfranse pie).
enkelvoud meervoud
magpie magpies

Zelfstandig naamwoord

magpie

  1. (zangvogels) ekster
  2. (zangvogels) Australian ~; zwartrugfluitvogel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.