maki

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maki    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmaki/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ma·ki
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maki maki's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demakim

  1. (primaten) halfaap uit de familie Lemuridae  afkomstig van Madagascar
    • Van de maki wisten ze overigens niet dat de moeder zwanger was – de groep halfapen die Blijdorp van de Apenheul had overgenomen, waren allemaal vrouwtjes. [1]
Synoniemen
  • echte lemuur
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord maki staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Quechua

enkelvoud meervoud
maki makikuna

Zelfstandig naamwoord

maki

  1. hand
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.