making
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: making (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | making | makingen makings |
verkleinwoord | makinkje | makinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de making v [1]
- het maken (alleen in samenstellingen)
- (juridisch) testamentaire wilsbeschikking, d.w.z. erfstelling of legaat
Hyponiemen
- gebaarmaking, gezondmaking, grootmaking, heiligmaking, openbaarmaking, rechtvaardigmaking
Gangbaarheid
- Het woord making staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
- Geluid: making (VS) (hulp, bestand)
Werkwoord
making
- onvoltooid deelwoord van make
Zelfstandig naamwoord
making
- gerundium van make
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.