making

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  making    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van maken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord making makingen
makings
verkleinwoord makinkje makinkjes

Zelfstandig naamwoord

demakingv [1]

  1. het maken (alleen in samenstellingen)
  2. (juridisch) testamentaire wilsbeschikking, d.w.z. erfstelling of legaat
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord making staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  making (VS)    (hulp, bestand)

Werkwoord

making

  1. onvoltooid deelwoord van make

Zelfstandig naamwoord

making

  1. gerundium van make
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.