makrelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  makrelen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ma·kre·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord makrelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demakrelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord makreel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Scombridae  van baarsachtige straalvinnige vissen waartoe de makreel, tonijn en bonito behoren. Als zodanig is deze familie vissen van groot belang voor de commerciële visserij. De familie telt in totaal ongeveer 55 soorten, verdeeld over 15 geslachten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord makrelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.