malaise

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  malaise    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·lai·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, oorspronkelijk een samenstelling van mal en aise. In de betekenis van ‘gedruktheid’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord malaise malaises
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demalaisev

  1. (medisch) gevoel van onwelzijn
    • Malaise bij de patiënt. 
  2. narigheid, rampspoed
    • Een golf van malaise. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • economische malaise
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord malaise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  malaise     la malaise     malaises     les malaises  

Zelfstandig naamwoord

malaise v

  1. malaise, narigheid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.