malversatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  malversatie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmɑlvɛrˈsa(t)si/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌmɑɫ.vər.ˈza.tsi/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌmɑɫ.vər.ˈza.si/
    • (Limburg): /ˌmɑl.vɛr.ˈza.si/
Woordafbreking
  • mal·ver·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verduistering van gelden’ voor het eerst aangetroffen in 1570 [1]
  • Naamwoord van handeling van malverseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord malversatie malversaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demalversatiev

  1. verduistering van financiële middelen die men in beheer heeft
    • Onlangs zijn drie deurwaarders wegens malversaties uit hun ambt gezet. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord malversatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.