manestraal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manestraal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·ne·straal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord manestraal manestralen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demanestraalv/m

  1. een bundel maanlicht
     Toen Harriet met haar groene rollator het licht in stapte dat over de sneeuw viel, was het alsof ik haar in een manestraal zag.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord manestraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.