marketingbureau
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marketingbureau (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mar·ke·ting·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van marketing zn en bureau zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marketingbureau | marketingbureaus |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het marketingbureau o
- (economie) (media) een bedrijf dat in opdracht van derden reclame-uitingen of zelfs hele reclamecampagnes ontwikkelt, uitvoert of laat uitvoeren
- ▸ Kim werkte voorheen een jaar bij een marketingbureau, maar merkte dat de werksfeer omsloeg na drie ontslagrondes. "Er was veel negativiteit en concurrentie binnen het bedrijf.[1]
- ▸ Bloggers en vloggers van over de hele wereld mogen zich bij het marketingbureau melden. Van maart tot oktober kunnen ze enkele dagen in het huisje doorbrengen. Ook wordt er gezorgd voor vervoer: van een Haagse stadsfiets tot een Land Rover.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
- sportmarketingbureau
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord marketingbureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Mijn hoofd zo vol met werk dat ik niet meer kon slapen'” (22-06-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Den Haag gaat bloggers in de watten leggen” (13-01-2016), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.