marlijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marlijn (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mar·lijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marlijn | marlijnen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de marlijn v / m
- (straalvinnigen) bepaald soort vis, Makaira indica uit de familie van zeilvissen Istiophoridae in de orde van baarsachtigen Perciformes
- bindtouw, scheepstouw, geteerd sterk touw
Synoniemen
- [2] bindtouw, scheepstouw, marling
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- marlijndraad
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord marlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marlijn" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.