marmiet

Niet te verwarren met: marmite

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marmiet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·miet
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord marmiet marmieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demarmietv/m

  1. (huishouden) grote (koperen) ketel
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord marmiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.