maskergelaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maskergelaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mas·ker·ge·laat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maskergelaat maskergelaten
verkleinwoord maskergelaatje maskergelaatjes

Zelfstandig naamwoord

hetmaskergelaato

  1. (medisch) de verminderde activiteit van de mimiekspieren bij de ziekte van Parkinson of gebruik van antipsychotica waardoor het lijkt of de patiënt een masker draagt

Gangbaarheid

  • Het woord 'maskergelaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.