matse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  matse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑtsə/
Woordafbreking
  • mat·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘ongezuurd brood’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
  • Herkomst: Jiddisj [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord matse matses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dematsev/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) ongezuurd brood, gegeten met Pesach
Verwante begrippen
Vertalingen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
matsen

matse

  1. aanvoegende wijs van matsen

Gangbaarheid

  • Het woord matse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
38 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.