maxime

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maxime    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɑkˈsim/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • maxi·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grondstelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1615 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord maxime maximen
maximes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmaximeo

  1. (filosofie) grondstelling, stelregel
  2. (taalkunde) een stelregel die taalgebruikers meestal zonder het te beseffen volgen als ze een gesprek voeren

Gangbaarheid

  • Het woord maxime staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Bijwoord

maxime

  1. zeer, het meest.
  2. vooral; voornamelijk.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.