mazzelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mazzelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maz·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van mazzel met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mazzelen
mazzelde
gemazzeld
zwak -d volledig

Werkwoord

mazzelen

  1. onovergankelijk boffen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord mazzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.