medeweten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  medeweten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • me·de·we·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medeweten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetmedeweteno

  1. voorkennis, weten samen met iemand anders
    • Ik heb deze brief met medeweten van mijn vrouw verstuurd. 
    • Zonder medeweten van mijn baas heb ik de arbeidsinspectie op de hoogte gesteld van de wantoestanden in het bedrijf. 

Gangbaarheid

  • Het woord medeweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.