mediateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mediateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • me·di·a·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mediateur mediateurs
verkleinwoord mediateurtje mediateurtjes

Zelfstandig naamwoord

demediateurm

  1. (beroep) iemand die medieert, een bemiddelaar
  2. (medisch) hulpmiddel
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord mediateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.