meetellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meetellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·tel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meetellen
telde mee
meegeteld
zwak -d volledig

Werkwoord

meetellen

  1. overgankelijk iets erbij tellen
    • Stemmen die na de deadline zijn ontvangen, tellen niet mee. 
  2. absoluut van belang zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meetellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.