meiboter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meiboter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mei·bo·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mei zn en boter zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meiboter | meiboters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de meiboter v / m
- (voeding) boter die gemaakt is van de melk uit mei en juni; de eerste grasboter van het seizoen
Hyperoniemen
- grasboter
Gangbaarheid
- Het woord meiboter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meiboter" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.