melo

Niet te verwarren met: mělo

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   melo     meloj  
accusatief   melon     melojn  

Zelfstandig naamwoord

melo

  1. (roofdieren) das

Italiaans

enkelvoud meervoud
melo meli

Zelfstandig naamwoord

melo m

  1. (bloemplanten) appelboom

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /mɛlɔ/
Woordafbreking
  • me·lo

Zelfstandig naamwoord

melo

  1. vocatief enkelvoud van mela
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.