mensengemeenschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mensengemeenschap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛnsə(n)ɣəˌmensxɑp/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • men·sen·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensengemeenschap mensengemeenschappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demensengemeenschapv

  1. (maatschappij) samenleving, opgevat als een verband van personen
     De wezenlijke opdracht van de mensengemeenschap is mijns inziens lijden te vermijden of te verminderen.[1]
     Met deze eenvoudige rekwisieten roepen de spelers de sfeer op van een dorp, van een kleine mensengemeenschap die zich wanhopig staande houdt in een wereld van honger.[2]
     Het leven was daar op het Finse platteland veel meer een strijd om het bestaan dan we nu gewend zijn. Wellicht bestond die situatie honderden eeuwen in mensengemeenschappen.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord mensengemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Anton Mullink
    “Brieven : Lijden is geen doel” (8 maart 2018) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Kester Freriks
    “Vage Afrikaanse klachten” (11 september 2012) op nrc.nl
  3. Weblink bron “Waarom schoonma geen kind meer baart” (30 augustus 2012) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.