merg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  merg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • merg
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘substantie in beenderen’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord merg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmergo

  1. (anatomie) het zachte weefsel in de kern van een bot
    • Als het merg is aangetast door radioactiviteit worden er geen rode bloodlichaampjes meer aangemaakt. 
  2. (plantkunde) het parenchymatische binnenste gedeelte van de plantenstengel of wortel
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord merg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Noors

Zelfstandig naamwoord

merg

  1. verouderde spelling of vorm van marg tot 2005
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.