mergelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mergelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mer·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mergelen
mergelde
gemergeld
zwak -d volledig

Werkwoord

mergelen [2]

  1. overgankelijk (landbouw) met mergel bemesten
  2. uitputten, folteren [3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord mergelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.