meteoroloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meteoroloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- me·te·o·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meteoroloog | meteorologen |
verkleinwoord | meteoroloogje | meteoroloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de meteoroloog m
- (beroep) iemand die beroepsmatig het weer bestudeert
- ▸ "We zien meer hittegolven achter elkaar in landen als Portugal en Spanje. Dat is echt opvallend", zegt meteoroloog Roosmarijn Knol van Weerplaza. "Ook de komende dagen gaan de temperaturen stijgen. In plaatsen als Madrid en Sevilla wordt het 45 graden."[1]
- ▸ Toen meteorologen aankondigden dat orkaan Milton een desastreuze koers over het zuiden van Florida zou volgen, wist de 24-jarige Nick Weppner uit Sarasota dat hij aan de slag moest. En dat betekende dat hij zijn oude legertruck, "gewoon voor de lol gekocht", moest inzetten voor serieuzer werk. Weppner is zelfredzaam, maar maakt zich zorgen over hoe moeilijk het voor inwoners wordt om zich nog te verzekeren tegen extreem weer.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord meteoroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meteoroloog" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hittegolf in Zuid-Europa: zo houd je je hoofd koel op (weg naar) de camping” (13 juli 2022), NU.nl
- ↑ Weblink bron Ryan Hermelijn“Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.