meubelwas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meubelwas (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meu·bel·was
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van meubel zn en was zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meubelwas | meubelwassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de meubelwas m [1]
- was waarmee men het hout van meubels kan reinigen en laten glanzen
- ▸ We hadden veel meer belangstelling voor de vreemde geur van vocht en meubelwas, en de gebrandschilderde ramen met de mooie kleuren die overal blauwe en rode schaduwen opwierpen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord meubelwas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.