minachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  minachten    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɪnɑxtə(n)/
Woordafbreking
  • min·ach·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
minachten
minachtte
geminacht
zwak -t volledig

Werkwoord

minachten

  1. overgankelijk minder dan gebruikelijk respect voor iemand hebben
    • Hij werd door anderen wegens zijn lafheid geminacht . 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord minachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.