min

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  min    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɪn/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • min
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zoogster’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
  • In de betekenis van ‘gering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
  • In de betekenis van ‘liefde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord min minnen
verkleinwoord minnetje minnetjes

Zelfstandig naamwoord

deminv

  1. (beroep) vrouw die tegen betaling het kind van een andere vrouw zoogt
  2. liefde, genegenheid (zie bijv. minnedicht)
  3. negatieve waarde
  4. (wiskunde) minteken
  5. (elektrotechniek) negatieve pool
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen minminnerminst
verbogen minneminnereminste
partitief minsminners-

Bijvoeglijk naamwoord

min voornamelijk als predicaat:

  1. verachtelijk, gemeen
  2. ondermaats, onbetekenend, onbeduidend
    • Dat was hem te min. 
Afgeleide begrippen

Bijwoord

min

  1. minus, verminderd met (-)
  2. min of meer: met weinig of met veel; meer of minder
     Als de baas van het nieuwe D 25 de codenaam 'Eva' had gehad, had geen van al deze min of meer verwarde maar vol testosteron zittende verzetslui haar serieus genomen.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
minnen

min

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minnen
    • Ik min. 
  2. gebiedende wijs van minnen
    • Min! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minnen
    • Min je? 

Gangbaarheid

  • Het woord min staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Angelsaksisch

Persoonlijk voornaamwoord

mīn

  1. mijn

Azeri

Telwoord (aze)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30
4 14 40
5 15 50
6 16 60
7 17 70
8 18 80
9 19 90

Hoofdtelwoord

min

  1. duizend

Zweeds

Uitspraak
  • IPA: /min/

Bezittelijk voornaamwoord

min

  1. mijn

Zelfstandig naamwoord

min

  1. gezichtsuitdrukking
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.