misdadiger

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  mísdadiger    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈmɪsdadəɣər/ (4 lettergrepen)
  • Geluid:  misdádiger    (hulp, bestand)
    • IPA: /mɪsˈdadəɣər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mis·da·di·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: afgeleid van  misdadig bn  met het achtervoegsel -er, mogelijk onder invloed van Duits zelfstandig gebruikt  missetätiger bn  [1] [2]
  • bn:  misdadig bn  met de uitgang -er
enkelvoud meervoud
naamwoord misdadiger misdadigers
verkleinwoord misdadigertje misdadigertjes

Zelfstandig naamwoord

demísdadigerm

  1. (juridisch) iemand die daden pleegt die een ernstig vergrijp tegen de wet vertegenwoordigen.
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

misdádiger

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van misdadig

Gangbaarheid

  • Het woord misdadiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.