mishagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mishagen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mis·ha·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mishagen
mishaagde
mishaagd
zwak -d volledig

Werkwoord

mishagen

  1. onpersoonlijk niet aanstaan, niet behagen
    • Hem mishaagde zeer dat zij niets van hem weten wilde. 
  2. overgankelijk ontstemd worden
    • De goden waren hierover zeer mishaagd 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mishagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.